Crossing Border 2010

Hoogtepunten en kanttekeningen

Muzieknieuws 24-11-2010 19:03

Afgelopen vrijdag 19 en zaterdag 20 november viel er op de achttiende editie van het muziek- en literatuurfestival Crossing Border wederom veel te genieten voor liefhebbers van de betere roots- en alternatieve gitaarmuziek. Ondanks serieuze kanttekeningen over (opnieuw) enkele logistieke blunders en het vrijwel geheel ontbreken van muzikanten van eigen bodem.

Gitarist was vrijdagavond voornamelijk in en om de Koninklijke Schouwburg te vinden, waar Mercury Rev (met de toevoeging Clear Light Ensemble) de Grote Zaal na de opening door Wim de Bie betoverde met een hypnotiserende soundtrack van psychedelische soundscapes bij avant-gardistisch filmmateriaal. In de kleine Victoria-zaal bovenin het gebouw zagen we een verrassend minisetje van singer-songwriter Lotte van Dijck (op akoestische gitaar en swingende ukelele) met contrabassist en op de gang liepen we tegen een paar mooie liedjes van het gitaar-bas/vioolduo Showdog aan.

Het Californische Ganglians leek in de Cuatro-tent op het eerste gezicht niet veel meer dan het zoveelste rafelige bebaarde indiefolkbandje, hoewel met een voorliefde voor aanstekelijke, soms bijna disco-achtige pop. Niet slecht, maar ook zeker niet wereldschokkend. Dit gold nog meer voor de Belgische Brit Bruce Bherman, die ondanks de inzet van enkele mooie vintage gitaren en een pedalsteelgitarist uiteindelijk toch vooral een bassist en aansprekende songs miste.

Verder zagen we John Grant, die samen met de mannen van Midlake (die een half uur later aantraden, maar gek genoeg niet meespeelden) het succesvolle folkalbum ‘Queen Of Denmark’ opnam, zich solo ontpoppen als een wat pompeuze pianoact. Met een mooie stem, dat wel. Jesse Malin & St. Marks Social speelden een gedrogeerde en vooral erg Amerikaanse rootsy punkrockset, inclusief Bad Brains-cover. Strak, maar volstrekt misplaatst op Crossing Border en wellicht daardoor juist wel een erg vermakelijk intermezzo.

We sloten de avond af met ‘slowcoretrio’ Low en Midlake in het Nationale Toneel Gebouw. Voor beide bands gold eigenlijk hetzelfde: bij vlagen erg intense en intrigerend mooie muziek, maar altijd gevaarlijk balancerend op het randje van saaiheid. Bij het zevental Midlake lag dat deels aan het (festival)geluid en het gebruik van drie of soms zelfs vier gitaren tegelijk. Deze band heeft ten allen tijde een grondige soundcheck nodig, zodat de subtiliteit van de nummers er goed uit komt. Een beetje een gemiste kans, dus.

Opvallend genoeg ontbrak dit jaar de volledige Excelsior-stal en was I Am Oak een van de weinige Nederlandse artiesten op Crossing Border (naast ex-Di-Rect-zanger Tim Akkerman). De groep rond Thijs Kuijken opende de zaterdagavond in de intieme Union-zaal in de Schouwburg. Kuijken zingt en speelt akoestische gitaar: ingetogen, donker en bovenal indrukwekkend. De overige muzikanten begeleiden hem even spaarzaam als doeltreffend: mooie samenzang, ritmische spitsvondigheden op twee trommels, een diep basgeluid en spankelende arpeggio’s van Robby Wouters op een Fender Jaguar:



Het zwaartepunt lag zaterdag niet alleen voor ons in het Nationale Toneel Gebouw. Na een sterk optreden van Phosphorescent - dat een mooie mengeling van indie- en rootsrock liet horen, met een glansrol voor het prachtige geluid en spel van gitarist Jesse Anderson Ainslie - begon de logistieke ellende. Rond indierockband Spoon herhaalde de episode van twee jaar geleden bij Fleet Foxes zich: ‘door een blunderende security misten we het hele optreden van deze populaire band, want ondanks dat in de loop van het optreden zeker 50 mensen de zaal verlieten, werd er niemand meer binnengelaten. Een raar soort machtspelletje bij de deur zorgde dus voor een aanzienlijke smet op de verder uiterst geslaagde avond…’

Gelukkig tekende genregenoot The Walkmen daarna met een gloedvol optreden in de Kleine Zaal voor het hoogtepunt van het festival. Zonder overdreven drama bracht de geweldige zanger Hamilton Leithauser prachtsongs als Juveniles en Angela Surf City (van het sublieme laatste album ‘Lisbon’) vanuit zijn tenen. Voor Blue As Your Blood haalde Leithauser bovendien een vintage Jazzmaster tevoorschijn, die goed kleurde bij de stokoude Fender Precision van bassist Walter Martin en de rinkelende Rickenbacker van Paul Maroon:



Het was bevreemdend om te zien dat het vooraf veel getipte The Walkmen het hele optreden voor een nauwelijks halfgevulde zaal stond. Dit bleek achteraf veroorzaakt door een volgende logistieke misstap rond het gehypete The National, dat gedeeltelijk overlappend beneden in de Grote Zaal speelde. VPRO’s 3voor12 schrijft hierover: “De drukte is zo groot dat zich een rij van honderden bezoekers vormt, zeker vijftig meter lang. Kennelijk is het niet mogelijk om mensen enkel richting de [Kleine] Waterloo-zaal te Leiden, dus wordt ze met een megafoon te kennen gegeven dat de zaal vol is en dat ze beter ergens anders heen kunnen gaan. Ook fans van The Walkmen, voor wie alle ruimte is.”
zoeken
zoeken