IM Geordie Walker (1958-2023)

Gitarist Killing Joke onverwacht overleden

Muzieknieuws 28-11-2023 15:33

In zijn woonplaats Praag is Killing Joke-gitarist Kevin ‘Geordie’ Walker op 26 november onverwacht overleden aan een hersenbloeding. Walkers enorme gitaarmuur was bijna 45 jaar het fundament van Killing Joke, dat het maatschappelijke pessimisme van Groot-Brittannië rond 1980 in een uniek post-punkgeluid wist te vangen en meerdere generaties muzikanten in verschillende genres inspireerde.

Dat Walker zoveel aandacht aan zijn gitaarsound besteedde mag geen verrassing heten. Op zijn tiende werd hij al gegrepen door specifiek het gitaargeluid van Dave Edmunds op Love Sculpture’s uitvoering van Sabre Dance van Chatsjatoerjans ballet Gayane. Nadat hij eind jaren zeventig van het noorden van Engeland naar Londen verhuisde om architectuur te studeren – zijn bijnaam Geordie verwijst naar zijn Noord-Engelse accent – leerde hij zanger Jaz Coleman kennen. Van 1979 tot Walkers overlijden vormden de twee de kern van Killing Joke.

Het titelloze debuut van Killing Joke uit 1980, dat de band zelf produceerde, sloeg in als een bom. De donkere, industrieel aandoende combinatie van post-punk, dub en een tomeloze experimenteerdrang maakte de band bijna onmogelijk om te classificeren, maar dat maakt de muziek juist te interessanter. Na opvolger ‘What’s THIS For...!’ (1981) verbreedde en verdiepte Killing Joke zijn sound dan ook constant. Invloeden uit new wave en gothic rock deden in verschillende mate hun intrede en leverden de band zelfs hun grootste hit Love Like Blood op, maar Killing Joke bleef altijd als Killing Joke klinken. Dat komt voor een belangrijk deel door het buitengewoon karakteristieke gitaargeluid van Walker.

Groots, ruimtelijk en snijdend: zo klonk de gitaar van Walker altijd. Hij speelde wel riffs – die van Eighties is een notoir geval dat inclusief gitaarsound geleend werd door Nirvana voor Come As You Are – maar brede akkoorden het geluidsspectrum laten domineren lag hem misschien nog wel het beste. Zijn geheime wapen daarin was een Gibson ES-295; een grote hollowbody die je eerder in een jazzcombo dan een rockband zou verwachten.

Walker had een ES-295 uit 1952 en een uit 1954, die hij een hele noot omlaag stemde en door twee Burman versterkers met KT77’s stuurde. Alle schroeven moesten zo strak mogelijk en het volume na het spelen meteen uit om geratel en feedback te voorkomen. Het is een ongebruikelijke set-up, maar wel een die werkt; juist door het gitaargeluid is Killing Joke te allen tijde uit duizenden herkenbaar.

Naast Walker en Coleman wisselde Killing Joke regelmatig van bandleden, maar dat ging eigenlijk nooit ten koste van de kwaliteit. Na de wat subtielere tweede helft van de jaren tachtig ging de band er in 1990 weer stevig tegenaan op ‘Extremities, Dirt And Various Repressed Emotions’, later experimenteerde de band met Arabische invloeden en industriële metal op ‘Pandemonium’ (1994) en ‘Hosannas From The Basements Of Hell’ (2006).

Op de begrafenis van voormalig bassist Paul Raven in 2007 was de volledige oorspronkelijke bezetting van Killing Joke – Walker, Coleman, bassist Martin ‘Youth’ Glover en drummer Paul Ferguson – voor het eerst in lange tijd in dezelfde ruimte. Het daaropvolgende jaar werd bekend dat de oorspronkelijke bezetting weer bij elkaar was en in 2010 volgde het sterke comebackalbum ‘Absolute Dissent’. Twee albums (‘MMXII’ in 2012, ‘Pylon’ in 2015) en vele tours volgden. Vorig jaar maart bracht de band nog de EP ‘Lords Of Chaos’ uit.

Killing Jokes invloed bereikte verschillende generaties muzikanten in uiteenlopende genres. Metallica coverde The Wait, de Foo Fighters Requiem, Fear Factory Millennium en LCD Soundsystem samplede Change. Industriële bands als Nine Inch Nails, Ministry, Neurosis en Godflesh werden direct door Killing Joke beïnvloed, terwijl Soundgarden, Marilyn Manson, My Bloody Valentine en Guns ‘N’ Roses-bassist Duff McKagan uitgesproken fans waren.

“Het is niet te geloven dat hij niet langer onder ons is”, schrijft Killing Joke-bassist Youth op zijn Facebook. “Hij leek altijd onverwoestbaar. Kogels ketsten van hem af. Niemand was cooler dan Geordie, een van de beste en meest invloedrijke gitaristen aller tijden. Vanaf het moment dat hij me op kwam zoeken in Earl’s Court en weigerde om op mijn driesnarige gitaar te spelen waren we al close. Hij begreep me beter dan wie dan ook. Ik kan nog steeds geen toonladders spelen, maar ik kon me in de groove locken en hij wist instinctief dat dat belangrijker was. Hij was mijn leraar, mijn partner en soms een angstaanjagende tegenstander. Ik ben eeuwig dankbaar dat het lot ons bij elkaar gebracht heeft.”

zoeken
zoeken